ecofolie

Nieuwsbrief Ecofolie nr. 9 - December 2010

Extra editie n.a.v. de overstromingen van 13 november j.l.

Er mee leren leven of ons adapteren. Of het nu de woorden van de minister van leefmilieu,
dan wel die van Martine Tange waren, of de ene de woorden van de andere al
of niet beaamde, werd reeds uitvoerig in de pers becommentarieerd. Beide stellingen
hebben betrekking op hoe wij in de toekomst met (nog meer) waterellende zullen of
zouden moeten omgaan. Maar hoe denkt het Vlaamse beleid over het gedane werk,
m.a.w. alles wat voor 13 december werd gerealiseerd?

Wie voelt nattigheid?

In het Ontwerp Milieubeleidsplan 2011-2015 lezen we volgende woorden: “De kwaliteit
van de leefomgeving in Vlaanderen is zodanig gunstig geëvolueerd dat de risico’s
voor de natuur, het klimaat en de menselijke gezondheid tot een minimum zijn herleid”
(p 11: een verhoogde kwaliteit van leefomgeving). Mogen we hieruit afleiden
dat de risico’s tot een minimum werden herleid en dat alle genomen maatregelen
doeltreffend hebben gewerkt gedurende die drie dagen van behoorlijke neerslag? De
minister stelde toch duidelijk dat dit een geval was van klimaatverandering. Wat
snuisteren in de statistieken van het KMI levert ons enig interessant cijfermateriaal
op. Tussen 11 en 13 november (drie volledige etmalen) dikte de pluviometer in Ukkel
met 81,9 mm aan. Op 18 november strandde het voorlopige maandtotaal op 113,4
mm, waarmee we nog 61,2 mm verwijderd zijn van het topjaar 1991 toen er 174,6
mm water viel tijdens de maand november. Gaat het hier dus om een uitzonderlijke,
zéér uitzonderlijke of abnormale regenval? (n.b Op 25 augustus 2006 viel in Maldegem
op een uur of wat 100 mm neerslag)!
Als slachtoffer van deze watersnood heb je natuurlijk geen boodschap aan cijfermateriaal.
Sommigen hebben een naaste verloren en duizenden mensen leden morele en of
materiële schade, die niet snel vergeten zal zijn. Watersnood kan traumatiseren en niet
iedere gedupeerde heeft voldoende emotionele reserve.

Rioolslib

Ook de natuur is slachtoffer in dit verhaal. Massa’s vaak sterk vervuild rioolslib zijn
met het wassende water diffuus verspreid over land, zee, moestuin of op de speelplaats.
Eens opgedroogd blijven de fijnste deeltjes achter als fijn stof. Is de kelder ook
niet een van die favoriete plaatsen voor verf, smeerolie, solventen en allerlei chemische
producten op te slaan. Hoeveel van deze zouden er met het wassende water meegesleurd,
gelekt of opgelost zijn?

Rivierslib

Niets is beter dan een sterke stroming om zich kosteloos van het (sterk vervuild) slib
in de rivierbeddingen te ontdoen. De massa water van de voorbij dagen sleepte dan
ook een niet onbelangrijke hoeveelheid slib mee, met de zee als eindbestemming,
waar het eigenlijk niet thuishoort.

Buffering en gebruik van hemelwater

Naast de spreekwoordelijke druppel die de emmer doet overlopen is er ook die ene
letterlijke druppel die er te veel aan is. Bufferen is dus de boodschap. In de natuur
kunnen spaarbekkens en overstromingsgebieden helpen maar ook in woningen, bedrijven,
scholen en openbare gebouwen wordt momenteel nog veel te weinig water
vastgehouden. Ecofolie deed reeds een beleidsvoorstel aan schepen Balthazar hieromtrent
(zie nieuwsbrief nr.7 alsook artikel in TiensTiens: loop naar de pomp).

Infiltratiebekkens

De Vlaamse ondergrond heeft véél dorst. Al te veel beton en daken, zware landbouwmachines
die de ondergrond ondoordringbaar maken, het uitblijven van de beloofde
extra bossen alsook het rechttrekken of dichtleggen van waterlopen zijn slechts
enkel elementen die het water versneld naar de rivieren doen stromen. Infiltratiebekkens
kunnen helpen, maar liefst niet via rioolmonden, daar deze helaas ook al te vaak
dienst doen als vuilnisemmer voor allerhande producten als verfresten, olie en batterijen
(...)
Ecofolie deed in die zin reeds een voorstel aan de Stad Gent en bepleit algemeen het
systeem waarbij hemelwater van daken rechtstreeks naar infiltratiebekkens wordt gevoerd.

Know-how

Vlaanderen blijkt niet in staat te zijn 80 mm water te beheersen. Een versnipperd beleid
gecombineerd met diverse besparingen op toch wel essentiële infrastructuur, komen
het gewenste eindresultaat niet bepaald ten goede. Als we bovendien een daadwerkelijke
klimaatverandering in conto brengen, mogen we ons in de toekomst
weleens vaker verwachten aan 150 à 200 mm neerslag in een maand tijd, wat voor
onze zuiderburen alvast geen uitzonderlijke hoeveelheden zijn.
Gedaan dus met treuzelen. Vlaanderen heeft nu nood aan een eigen ‘Deltaplan’. Misschien
kunnen we hiervoor even bij onze noorderburen aankloppen, want zij weten als
geen ander wat waterhuishouding inhoudt.

 

Stefaan Onghena

© Wenst u deze nieuwsbrief geheel of gedeeltelijk door te mailen naar geďnteresseerden?
Gráág! Wel staan we erop een volledige bronvermelding (ECOFOLIEvzw + auteur en datum) te voorzien. Bedankt!